In Alle berichten, Nieuws en media, Wet -en regelgeving

Op maandag 3 juni hield de Tweede Kamer een hoorzitting over kinderopvang. Brancheorganisatie Kinderopvang leverde voorafgaand aan de hoorzitting de volgende schriftelijke bijdrage.

Geachte commissie,

We danken u voor uw uitnodiging deel te nemen aan de hoorzitting en schriftelijk onze visie over het een en ander aan u aan te mogen bieden. Stop de afbraak van de kinderopvang Spreken over de toekomst van voorzieningen voor kinderen van 0 tot 12 jaar betekent ook oog hebben voor de situatie van vandaag. Het overheidsbeleid van de afgelopen drie jaar heeft een enorme afbraak van onze sector tot gevolg. Eind 2013 zal de sector Kinderopvang met 25 procent gekrompen zijn, ten opzichte van 2007 (het jaar waarin de volumegroei startte). Dat betekent dat er in twee jaar tijd ruim 16.000 banen in de sector zijn verdwenen en dat infrastructuur in wijken en dorpen onder druk staat en de beschikbaarheid van kinderopvang in rap tempo afneemt; pure kapitaalvernietiging. U hoeft de krant, de televisie, uw mailbox en sociale media er maar op na te slaan om wekelijks tot u te kunnen nemen waar de sector op dit moment mee wordt geconfronteerd. Eind 2013 maakt gemiddeld 15 tot 20 procent minder kinderen gebruik van professionele kinderopvang dan in 2011. Het aantal nieuw aangemelde aantal baby’s was nog nooit zo laag. Onderzoek uit het verleden leert dat ouders van jonge kinderen die besluiten hun kind niet aan te melden voor kinderopvang dat ook niet meer doen op een latere leeftijd. Die kinderen wordt, op basis van het huidige regeringsbeleid, een ontwikkeling in een kwalitatief pedagogisch klimaat ontzegd. De basis van kwaliteit in de kinderopvang nu en straks Praten over de toekomst van voorzieningen voor kinderen van 0 tot 13 is zinvol en uiterst noodzakelijk. Maar dit is alleen zinvol als de politiek en de regering, in het hier en nu van de economische en maatschappelijke constellatie waarin we ons bevinden, een duidelijke uitspraak doen over wat wij met z’n allen willen voor kinderen van 0 tot 12 in Nederland. Als die basisvraag niet beantwoord is, is iedere discussie over de toekomst en de kwaliteit van kinderopvang er een voor de bühne. Wat ontwikkeling van kinderen van 0 tot 12 en dus kinderopvang vooral nodig heeft is een stabiele en consistente basis, waarin beleid en kwaliteit zich verder kunnen ontwikkelen, in plaats van het moeten meedeinen op conjunctuurgolven zoals dit de afgelopen jaren aan de orde is geweest. Het is geen discussie of kinderopvang een arbeidsmarktinstrument dan wel een pedagogische voorziening voor jonge burgers is. Het is het namelijk allebei. Jonge burgers verdienen het zich sociaal-emotioneel te kunnen ontwikkelen in een stimulerende en uitdagende omgeving, die niet afhankelijk is van budgettaire perikelen in een regeerperiode. Als dat is gerealiseerd durven ouders te gaan werken, in de wetenschap dat hun kinderen in goede handen zijn. Dan hoeven ouders hun toevlucht niet te zoeken in oppasconstructies in de naaste omgeving of hun heil te zoeken in allerhande alternatieve opvangvormen. Vormen die wellicht ook persoonlijk en warm zijn, maar niets te maken hebben met professionele kinderopvang: dat is immers een vak. Kwaliteit in de ontwikkeling van kinderen De vraagstelling die u heeft gekozen voor de hoorzitting (‘Hoe moet de kinderopvang in de toekomst (middellange en lange termijn) worden ingericht om een goede kwaliteit te waarborgen?), is enigszins bevreemdend. Immers, zij gaat voorbij aan het feit dat er al kwaliteit wordt geboden in de kinderopvang . De kwaliteit van de kinderopvang is op een niveau waarvoor ooit politiek en financieel draagvlak bestond. Anno 2013 en verder vraagt de maatschappij om hogere kwaliteit. Dat is legitiem, maar geen reden om de huidige situatie als slecht te beoordelen. Het overgrote deel van de ongeveer 80.000 werknemers in deze sector en de ruim 2000 organisaties verdienen het vertrouwen van de politiek en samenleving. Recentelijk onderzoek van NCKO heeft aangetoond dat de kwaliteit van buitenschoolse opvang in Nederland van een goed niveau is. Ook de binnenkort te verschijnen NCKO-monitor over dagopvang zien wij met vertrouwen tegemoet, omdat deze ongetwijfeld zal laten zien dat de kwaliteit van de dagopvang is toegenomen. Tegen de moeilijke omstandigheden van de voorbije anderhalf jaar in blijft kinderopvang zich ontwikkelen als een professie. Nog betere kwaliteit De ambities van kinderopvangorganisaties zijn groot. Dit heeft u kunnen lezen in het position paper dat wij gezamenlijk met de het primair onderwijs en het welzijnswerk hebben opgesteld, wij voegen dit ook bij. Voor ons is daarbij vanzelfsprekend dat wij ons, in het belang van kinderen, verbinden met andere relevante beleidsvelden, zoals het onderwijs, welzijnswerk, sport en jeugdzorg. brede scholen en integrale kindcentra zijn daarin bekende verschijningsvormen. Essentieel is te kijken naar lokaal geschikte visies; de effectieve, bijbehorende vorm zal daarin zijn weg vinden. Met deze partijen, maar ook met ouders, werken wij verder aan een definitie die de kernkwaliteit van de ontwikkeling van jonge kinderen moet stimuleren. Daarbij moet het niet gaan om een lijvig rapport, maar om een overzichtelijke set van criteria, gedragen door alle verantwoordelijken, en toetsbaar en handhaafbaar door de overheid. Doel is de optimale ontwikkeling van jonge kinderen, uitgangspunt is het vertrouwen in elkaars inzet. Wij pleiten dan ook voor een preventieve basisvoorziening waarin ieder kind recht heeft op 2 à 3 dagdelen kinderopvang per week, of zoveel meer als zijn sociaal-emotionele situatie vereist. Ontschotting en vereenvoudiging van de uitermate complexe en onlogische regelgeving zijn hierbij voorwaardelijk. Dit stimuleert de opbouw van een doorgaande ontwikkel- en leerlijn voor kinderen. Onderdeel hiervan kan een maximaal aanbod voor talentontwikkeling en het voorkomen van (taal)achterstanden zijn. Onze kinderen zijn de toekomst, zij zijn de mensen die straks de samenleving, de arbeidsmarkt en de economie moeten vormgeven. Wij geloven daarom in het maatschappelijk rendement van sluitende arrangementen voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Het kind heeft er recht op, de samenleving vraagt erom en de wetenschap bevestigt het. Wij zijn verheugd dat het regeerakkoord daarop inhaakt en kijken reikhalzend uit naar de uitwerking hiervan in de voorjaarsbrief van de minister. Wij zullen graag maandag tijdens de hoorzitting het een en ander toelichten. Met vriendelijke groet, Lex Staal Directeur Brancheorganisatie Kinderopvang